Heksen in Schoonhoven en omgeving
Schoonhoven beroept zich erop dat een van de laatste ‘heksenprocessen’ in Nederland werd gevoerd tegen de plaatselijk Marrigje Ariensdr. Zoals bekend, werd zij ter dood veroordeeld. Dit was evenwel niet het laatste proces in Nederland met dodelijke afloop.
De Blécourt zal kort aandacht besteden aan deze processen tegen toveressen. Schoonhoven, en vooral haar omgeving, is ook interessant omdat daar het ‘getover’ zich tot in het begin van de twintigste eeuw (!) heeft voortgezet. Een van de laatst bekende gevallen dateert uit 1926 en vond plaats in Sliedrecht, slechts een ‘boogscheut’ van Schoonhoven. Gaat men in tegenovergestelde richting, dan is het nog iets korter naar
Oudewater, waar nog steeds de zogenaamde heksenwaag te bezoeken is. Het grootste gedeelte van zijn lezing gaat echter over het voortleven van het idee dat sommige mensen anderen konden betoveren en wat daartegen te doen was.
De bronnen voor zijn verhaal zijn krantenberichten en volksverhalen. Aan de hand van enkele voorbeel- den uit de Schoonhovensche Courant uit de periode 1870-1890 bespreekt hij hoe hij deze berichten inter- preteert, want Schoonhoven lag midden in het gebied dat werd bestreken door de duivelbannersfamilie Lelie uit Gorinchem die actief was tussen Rotterdam en Gorinchem.
Er was een ‘dynamisch drietal’ dat op elkaar inwerkte: de betoverde, de toveres, en de onttoveringsdes- kundige. De Blécourt voegt daar de onderzoeker aan toe, want die heeft een grote invloed op hoe de bronnen worden geselecteerd en geïnterpreteerd.
Willem de Blécourt promoveerde op Termen van toverij (SUN). Hij heeft talloze artikelen over het onderwerp geschreven en legt thans de laatste hand aan een groot overzichtswerk, The Cat and the Cauldron (OUP). Een Nederlandstalig boek zal eind 2024 verschijnen.