Aan de raad van de gemeente Schoonhoven
Postbus 504 2870 AH Schoonhoven
Schoonhoven, 29 oktober 2014
Betreft: zienswijze ontwerpbestemmingsplan Buiten de Veerpoort
Geachte leden van de raad,
Het bestuur van de Historische Vereniging Schoonhoven (HVS) heeft kennis genomen van het ontwerp bestemmingsplan ‘Buiten de Veerpoort’. Onze zienswijze tegen het ontwerp bestemmingsplan betreft de volgende bedenkingen.
1. Niet gehonoreerde suggesties
In de fase van de planvorming is het college op niet voldoende kenbare wijze omgegaan met het afwijzen van voorstellen van de HVS.
Tijdens het zgn. ontwerpatelier voor de herinrichting van Buiten de Veerpoort op 8 januari 2014 zijn van onze kant suggesties gedaan die de gemeente al jaar en dag bekend zijn. Dat was in elk geval vanaf het moment dat de HVS werd ingeschakeld bij het onderzoek van het bureau Arcadis in de periode 2007/2008. Toen participeerde de HVS in de gemeentelijke projectgroep en nam zij onder meer deel aan de ín september 2008 georganiseerde werksessies met groepen van belanghebbenden (bekend als ‘Een veertje pikken’). In het eind 2008 opgeleverde rapport ‘Inventarisatie en Analyse Buiten de Veerpoort’, dat een overzicht bevat van relevante sterkten en zwakten van het gebied, zijn de uitgangspunten van de HVS duidelijk zichtbaar. In ons voorkeurmodel stonden en staan centraal (a) het terugbrengen en versterken van de historische waarden door met name het geheel of ten dele uitgraven van de stadsgracht met gemetselde brug, (b) het versterken van het groene karakter van het gebied door het verkleinen dan wel het verplaatsen van het versteende (parkeer)terrein, (c) het verbreden van de noodhaven tot aan de vestingwal om het rivieraangezicht van Schoonhoven als vestingstad in de Oude Hollandse Waterlinie te versterken, (d) het verbeteren van de historische zichtlijn van de vestingwal met uit te graven gracht door het verplaatsen van de snackbar naar een locatie die past bij een toekomstige herinrichting van het Dika-terrein en (e) het mede in de planvorming betrekken van het beweegbaar maken van de brug die vroeger in de Veerstraat lag.
Op 8 januari 2014 is van onze zijde uitdrukkelijk naar de analyse in het rapport van 2008 verwezen en hebben we het voornoemde voorkeursmodel opnieuw verwoord. De genoemde voorkeuren zouden uitstekend aansluiten bij een van uitgangspunten van de voorgenomen herinrichting, te weten: het versterken en verbeteren van de ‘leesbaarheid’ van de historische binnenstad en de Hollandse waterlinie. Uiteraard kunnen politieke keuzen anders uitvallen als het gaat om het plangebied en de concrete (her)inrichting ervan. Maar als HVS mochten we zeker verwachten dat het niet honoreren van zaken als het uitgraven van de stadsgracht niet zonder meer ter zijde werd gelegd omdat de middelen hiertoe zouden ontbreken. Waarom is niet inzichtelijk gemaakt welke kosten hiermee – afhankelijk van te kiezen optie – gemoeid zouden zijn? Nergens in de stukken bij het ontwerp bestemmingsplan is een dergelijke afweging van alternatieven aan de hand van ‘kostenplaatjes’ – als onderdeel van een transparant voorbereidings- en besluitvormingsproces – zichtbaar gemaakt.
De HVS is geen gemeentelijk adviesorgaan. Echter de inspraak van een belanghebbende organisatie als de HVS wordt ondergraven als voorstellen of suggesties zonder deugdelijke motivering (op met name het kostenaspect) worden afgewezen.
2. Geen tijdige informatie en geen ‘gedragen’ keuze nieuwe locatie kiosk
Een bestemmingsplan is het resultaat van een lange weg van voorbereiding, afweging, inspraak en besluitvorming. Daarbij is van belang dat een dergelijk plan het nodige draagvlak heeft. In de toelichting op het ontwerp bestemmingsplan is te lezen: “De verplaatsing van de kiosk leidt inderdaad vanuit bepaalde gezichtshoeken tot een beperkter zich op de Veerpoort. De nieuwe locatie van de kiosk is tot stand gekomen na uitvoerig overleg met omwonenden en belanghebbenden. Een degelijke ‘gedragen’ keuze wordt belangrijker geacht dan enige beperking van het zicht op de Veerpoort vanuit bepaalde zichthoeken” (p. 49).
Geen toelichting behoeft dat de HVS als organisatie het historisch belang direct vertegenwoordigt. Uit het dossier blijkt dat de verantwoordelijke wethouder in het voorbereidingstraject in de periode vanaf de zomer intensief overleg heeft gevoerd met een selecte groep van belanghebbenden en omwonenden. Procedureel onzorgvuldig is dat de gemeente niet het initiatief heeft genomen het cultuurhistorisch belang mede in het overleg en de verdere planvorming te betrekken dan wel nader te af te wegen. Dit klemt des te meer daar de gemeente al begin 2014 een opdracht aan het bureau Culthis had verleend tot het opstellen van een cultuurhistorische effectenrapportage, en waarvan de eerste onderzoeksresultaten al medio 2014 bij de gemeente bekend waren (rapport 24 april en geactualiseerd 26 augustus 2014).
In het verlengde van onze inspraak in januari hebben wij deze resultaten afgewacht gezien het gewicht van een dergelijk deskundigenrapport bij het objectiveren van onze cultuurhistorische bedenkingen tegen het ontwerp bestemmingsplan. Als HVS mochten wij van de gemeente verwachten dat over de eerste resultaten van de effectenrapportage afzonderlijk overleg met ons gevoerd zou worden, met name ook omdat de gemeente wist dat het definitieve ontwerp aanzienlijk zou gaan afwijken van wat in een eerder stadium van de zijde van de HVS naar voren was gebracht. In elk geval mochten wij vertrouwen tijdig van de relevante informatie op de hoogte te worden gesteld, al dan niet in het kader van het reguliere overleg met de gemeente. Aan de zijde van de gemeente bleef het echter vanaf maart/april 2014 muisstil.
3. Uitbreiding aantal trappen
In de planontwikkeling van het gebied is een belangrijk uitgangspunt het beter ‘leesbaar’ maken van de vestingwal, met zo weinig mogelijk cultuurhistorisch storende elementen. In het ontwerp is opgenomen een uitbreiding van het aantal trappen met een aanzienlijke breedte van 3 meter. Thans is er in de wal aan de oostkant van de snackbar een enkele trap met een beperkte breedte. Voor de beoogde uitbreiding is geen nadere motivering gegeven. Naar ons oordeel is niet aannemelijk gemaakt dat de beoogde uitbreiding nodig dan wel noodzakelijk is. Volstaan kan worden met een enkele trap. Daarmee is ook uit te sluiten dat het effect van de voorgestelde toevoeging steeds verder zal neigen naar een negatieve uitwerking op de aanwezige cultuurhistorische waarden (zie ook de cultuurhistorische effectanalyse van Culthis, 26 augustus 2014, p. 24).
4. Uitbreiding huidige parkeerterrein met bestrating op de landtong
In het ontwerp is opgenomen een uitbreiding van de huidige capaciteit voor (kort)parkeren door de aanleg van een tweede terrein aan de westzijde van de bomenrij op de landtong (zie p. 19 Toelichting bestemmingsplan). Dat heeft tot gevolg dat het groene karakter van de landtong verloren gaat en een verdere verstening van het gebied plaatsvindt. In de cultuurhistorische effectanalyse van het bureau Cultis wordt over deze verstening op de landtong gerapporteerd: “Dit heeft een negatief effect op de middelhoge cultuurhistorische waarden van het 19e eeuwse Lekplantsoen. De auto’s belemmeren zicht op de Wal en de Veerpoort. Dit vorm een verzwakking van de doelstelling de Veerpoort zichtbaar te maken vanaf de Lek” (Culthis, 26 augustus 2014, p. 26 en 29). Wij delen deze bevindingen. In de toelichting op het ontwerp bestemmingsplan wordt aan deze analyse van een ernstige cultuurhistorische aantasting tegemoet gekomen door te onderzoeken of de invloed van verstening niet beperkt kan worden door het toepassen van een andere verhardingssoort (p. 49).
Naar ons oordeel staat voornoemde toezegging niet in verhouding met de ernst van de in het deskundigenrapport geconstateerde cultuurhistorische aantasting. Daar komt nog bij dat er tevens een onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische kwaliteit van de aanlegsteiger met bomen in het verlengde van de Veerpoort, een ensemble met een hoge cultuurhistorische waarde (zie bijlage VII, objectnr. CHW 265, in de door Culthis opgestelde Adviesnota cultureel erfgoed, Gemeente Schoonhoven, vastgesteld door de gemeenteraad op 27 maart 2014). Naar onze opvatting dient de voorgenomen uitbreiding en verstening te worden geschrapt.
5. Verplaatsing hoofdroute vanaf boulevard naar de Veerpoort en bestrating
Wij sluiten ons aan bij de resultaten van het onderzoek van het bureau Culthis op dit onderdeel van het ontwerp, uitmondend in de conclusie van een negatief cultuurhistorisch effect (Cuthis 26 augustus 2014, p. 28-29; toelichting ontwerp bestemmingsplan p. 47-48). In het ontwerp bestemmingsplan wordt deze kritiek terzijde geschoven door in algemene termen te stellen dat de verbinding nog wel bestaat, maar om verkeerstechnische redenen niet meer in haar oude vorm is te handhaven (Toelichting, p. 49). Daarmee doet de gemeente naar ons oordeel onvoldoende recht aan de cultuurhistorische analyse en het advies een en ander nogmaals te belichten en op betere – op de historische infrastructuur aansluitende – opties te onderzoeken.
6. Verplaatsing snackbar naar parkeerterrein voor de Veerpoort
De voorgenomen verplaatsing van de snackbar dichtbij bij het ensemble van aanlegsteiger met bomen op de parkeerplaats bij de Veerpoort leidt naar ons oordeel niet tot een verbetering van de kwaliteit van de cultuurhistorische zichtlijnen van het rivieraangezicht van Schoonhoven, als vestingstad destijds onderdeel uitmakend van de Hollandse Waterlinie. Meer in het bijzonder weegt naar ons oordeel het beter zichtbaar maken van de stadswal door verplaatsing van de snackbar niet op tegen het negatieve effect van deze verplaatsing als het gaat om het blikveld van en naar de Veerpoort en de verstoring van de hoge cultuurhistorische waarde van de aanlegsteiger met bomen (met objectnr. CHW 265; zie voor de bron hierboven bij bedenking 4). Dit oordeel van de HVS wijkt niet af van het verrichte onderzoek van Culthis (rapport 26 augustus 2014, p. 26 en 29; toelichting ontwerp bestemmingsplan, p. 46 en 49.
Al vanaf de eerste discussie over en onderzoek naar de herinrichting van dit gebied in 2008 was de HVS voorstander van een verplaatsing van de snackbar naar een locatie die zou passen bij een toekomstige herinrichting van het Dika-terrein. Het voorliggende ontwerp bestemmingsplan omvat een beperkter plangebied. Uitgaande van deze realiteit is onze opvatting dat de cultuurhistorische waarden van dit gebied het minst aangetast wordt door de snackbar niet te verplaatsen.
Aanvullend: welstandsnota als toetsingsbasis
Bij het ontwerp bestemmingsplan is als onderlegger gevoegd het ‘Beeldkwaliteitsplan Cafetaria/kiosk Buiten de Veerpoort (SAB, 31 augustus 2014). Hoewel het beeldkwaliteitsplan als zodanig niet voorligt, wordt zekerheidshalve het volgende opgemerkt. Op p. 4, waar het juridisch kader is geschetst, valt te lezen dat de verplaatsing van de snackbar naar het parkeerterrein niet op basis van de Welstandnota getoetst kan worden. Daarom zou het nodig zijn een nieuw welstandskader op te stellen, waartoe het voorliggende beeldkwaliteitsplan zou kunnen fungeren. De op p. 4 weergegeven argumentatie treft naar ons oordeel geen doel. Een Welstandsnota kan niet ‘zo maar’ ter zijde worden gelegd. Daarbij biedt de huidige Welstandsnota 2011 een precies, deugdelijk beoordelingskader voor een bouwplan voor een snackbar in kwestie. We volstaan met te verwijzen naar hoofdstuk 3 ‘Welstandscriteria’ (p. 15) van de Welstandsnota.
Tot slot
Wij vertrouwen erop dat de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan rekening houdt met onze zienswijze die tot doel heeft het behoud en de versterking van de karakteristieke historische ruimtelijke inrichting van het gebied ‘Buiten de Veerpoort’.
Hoogachtend, namens de Historische Vereniging Schoonhoven.
prof.mr. D. Mentink,voorzitter
R. Jaspar, secretaris