Aan de raad van de gemeente Schoonhoven
Postbus 504
2870 AH Schoonhoven
Schoonhoven, 4 oktober 2011
Betreft: woning achter Koestraat 134a
Geachte leden van de raad,
Met onbegrip heeft het bestuur van de Historische Vereniging Schoonhoven (HVS) kennis genomen van het voorstel van het college van B en W tot verlening van een omgevingsvergunning die een afwijking inhoudt van het geldende bestemmingsplan ‘Binnenstad’ van 2006 en die gericht is op het kunnen bouwen van een eensgezinswoning met parkeren op eigen terrein op het perceel Havenstraat 49a (achter Koestraat 134a). Ter toelichting het volgende.
Wat is een bestemmingsplan waard?
Opvallend is het gemak waarmee kennelijk een beslissing kan worden genomen tot het oprichten van een woning die in strijd is met het geldende bestemmingsplan en met het daarbij op de plankaart als zodanig aangeduid beschermd stadsgezicht. Een bestemmingsplan is het resultaat van een lange weg van voorbereiding, afweging, inspraak en besluitvorming. De burger mag verwachten dat een dergelijk plan de nodige rechtszekerheid in het leven roept , zoals in het onderhavige geval ten aanzien van het bepaalde onder de bestemming, Erven, artikel 11, waarbij het met name gaat om gronden ‘die bestemd zijn voor erven en tuinen, parkeren en instandhouding van karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedebouwkundige kwaliteit van de middeleeuwse binnenstad als beschermd stadsgezicht’.
Maar kennelijk is die rechtszekerheid van het bestemmingsplan, als het er écht op aan komt, slechts zeer betrekkelijk. Cultuurhistorische waarde blijkt opnieuw een kwetsbaar goed, zelfs binnen een beschermd stadsgezicht met een typisch historische bebouwing met huizen aan de Koestraat en open achtererven die direct grenzen aan de voormalige Havensloot van de huidige Havenstraat.
Alleen al om die reden van rechtszekerheid is er naar het oordeel van het bestuur van de HVS een onvoldoende basis om positief over de voorliggende omgevingsaanvraag te besluiten. Voor de toekomst adviseert ons bestuur de raad in een afzonderlijk raadsbesluit te bepalen dat in een bepaald tijdvak niet van het vastgestelde bestemmingsplan afgeweken mag worden ofwel dat afwijking alleen is toegestaan op gronden van algemeen belang. Dat gebeurt elders ook al.
Eenzijdige onderbouwing
Terug naar de aanvraag Havenstraat 49a. Het voorstel van het college is onbegrijpelijk als belang wordt gehecht aan een zorgvuldige afweging van de waarden van het beschermde stadsgezicht tegen particuliere belangen om te bouwen. De onderbouwing van het collegevoorstel is eenzijdig gemotiveerd daar dit voorstel slechts steunt op een verricht onderzoek door een stedebouwkundig bureau, dat in zijn advies geheel voorbijgaat aan het belang van de bijzonder historische lokatie en welk bureau tot het subjectief geformuleerde oordeel komt dat de invulling ‘stedebouwkundig een positieve uitstraling heeft op het straatbeeld’ ‘(sic!). Op z’n minst had de gemeente in de gegeven situatie ook een cultuurhistorisch onderzoek door een terzake kundige instantie moeten laten verrichten.
Deze gang van zaken staat niet op zichzelf. Daarvoor verwijzen we naar het in juli 2011 verschenen rapport van de (rijks)Erfgoedinspectie over de situatie in Schoonhoven, getiteld: Instandhouding rijksmonumenten en beschermd stadsgezicht’. Uit dit rapport komt het beeld te voorschijn van een gemeente waarvan het betreffende beleid op papier redelijk op orde is, maar waar in de praktijk veel op is af de dingen. Aldus het klassieke probleem van ‘policy-on-paper’ en onvoldoende ‘policy-in-action’. Zo wordt geconcludeerd dat niet bij elke ingreep in het beschermd stadsgezicht wordt afgewogen of en in welke mate cultuurhistorisch onderzoek nodig is en dat er weinig van dit onderzoek plaatsvindt, ‘met het risico dat waardevolle elementen en structuren kunnen verdwijnen’ (p. 21). Meer in het algemeen is het rapport kritisch over de wijze waarop cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht worden gerespecteerd (vgl . o.a. p. 20, 24 en 29).
Ongewenste precedentwerking
De zaak van Havenstraat 49a staat aldus niet op zichzelf. Maar in het concrete geval moet in de eerste plaats bedacht worden welke historische schade de verlening van de gevraagde bouwvergunning kan aanbrengen. In beginsel zou daarmee de weg worden geplaveid voor vergelijkbare bebouwing in de achtertuinen bij andere panden in de Koestraat. Wat het terrein van de Bouwmarkt betreft hadden we helaas al met een ‘verrommelde’ situatie te doen. Verdere precedentwerking maakt het beschermd stadsgezicht – ook vanuit de Havenstraat gezien – tot een historisch ‘waardeloos’ bezit. Dat moeten we met ons allen in Schoonhoven niet willen.
Tot slot
Het bestuur van de HVS verzoek de raad met klem niet in te stemmen met het betreffende voorstel. Voor verbeteringen in de nabije toekomst stelt het bestuur voor een brede discussie te entameren over het voornoemde rapport van de Erfgoedinspectie. Op de Historische Vereniging Schoonhoven kunt u uiteraard rekenen.
Hoogachtend,
namens het bestuur van de Historische Vereniging Schoonhoven.
prof.mr. D. Mentink,
voorzitter