Historische Vereniging Schoonhoven
p/a Havenstraatsewal 110, 2871 ES Schoonhoven, 0182 381727
Gemeente Schoonhoven
t.a.v. de heer J. Beugelaar, wethouder
Postbus 504
2870 AH Schoonhoven
i.a.a. de heer J.Meijer, Gemeente Schoonhoven
per email t.a.v. Mw. Marije Top, m.top@ens.nl
Schoonhoven 19 november 2008
Reactie op Concept Nota Cultuurbeleid, 19 november 2008
In antwoord op uw uitnodiging te reageren op uw Concept Nota Cultuurbeleid, uw brief van 21 oktober 2008, schrijven wij u het volgende.
In dank hebben wij uw Concept Nota Cultuurbeleid ontvangen. Met de voorgestelde inhoud daarvan willen wij u graag complimenteren. Het is inderdaad hoog nodig dat in een stad die zo rijk is aan cultuur-historie en die zo veel potentiële culturele waarde in zich bergt, een duidelijk beleid ontwikkeld wordt dat steunt op een heldere visie en dat zich mag verheugen in een breed draagvlak. Uw heldere wijze van aanpak geeft de nodige ruimte voor feed-back en ontwikkeling van noodzakelijke steun. In uw concept-nota geeft u in de eerste plaats een duidelijk beeld van wat er al op cultureel gebied in onze gemeente is. In het tweede deel staan op basis daarvan alle acties voor de komende periode uitgewerkt. In uw begeleidend schrijven van 21 oktober 2008 nodigt u ons vervolgens uit op- en aanmerkingen kenbaar te maken. Op die uitnodiging gaan wij graag in. Allereerst onder I een tiental aanvullingen op ‘wat er al is’, onder II een aantal kleine verbeteringen of correcties en onder III geven we graag een zevental algemene aanvullingen op de voorgestelde Nota Cultuurbeleid.
I. Aanvullingen op ‘wat er al is’
Naast een aantal lang bestaande activiteiten ontplooit de Historische Vereniging Schoonhoven (HVS) sinds enige tijd een aantal nieuwe initiatieven. Deze initiatieven zijn gericht op participatie, cohesie en persoonlijke ontwikkeling van onze leden en daarom belangrijk om in uw nota opgenomen te worden.
1. Maandelijkse uitgave van De Heraut Schoonhoven, de nieuwsbrief voor de leden van de HVS en voor haar stakeholders met nieuws op historisch gebied dat onze leden interesseert.
2. Onderhoud van een eigen website. Deze fungeert als archief, publikatie-medium en vraagbaak, niet alleen voor onze leden maar juist voor een breder publiek, variërend van scholieren tot wetenschappelijk geïnteresseerden, van stedelijke recreanten tot internationale cultuurtoeristen. Overigens misten wij www.HistorischeVerenigingSchoonhoven.nl in het overzicht van uw bronnen.
3. De Canon van Schoonhoven. De HVS richt zich op het samenstellen van deze canon. Inmiddels is in 2007 de ‘Canon van de Zilverstad’ gereed gekomen. Er wordt gewerkt aan de ‘Canon van de Vestingstad Schoonhoven’. Andere onderwerpen zijn nog in studie. Uiteindelijk moet de combinatie van deze ‘canons’ leiden tot een overzicht van hetgeen onze stad en omgeving heeft gemaakt en heeft voortgebracht.
4. Periodieke uitgave van ‘Zilvercahiers’; monografieen over onderwerpen die betrekking hebben op de ontwikkeling van Schoonhoven als zilverstad. Het betreft de publikatie van resultaten van authentiek historisch onderzoek. Inmiddels zijn in de afgelopen tien jaar zeven afleveringen verschenen. Sinds 2008 gebeurt dit onder auspicien van de HVS.
5. Ter gelegenheid van de jaarlijkse Open Monumentendag publiceert de Werkgroep Open Monumenten telkens een op het landelijk thema betrekking hebbend Schoonhovens werk. Deze ‘Open Monumentenboekjes’ worden door de HVS gratis verspreid onder onze leden en tegen een kleine vergoeding aan niet-leden.
6. De HVS organiseert maandelijkse cultuur-historische lezingen op een vaste avond: de laatste maandag van de maand behalve in juli en augustus. In beginsel stellen wij een programma samen dat de cultuur-historische kennis van en over Schoonhoven tracht te vergroten en te verbeteren. De lezingen hebben steeds plaats in Het Bastion en worden gemiddeld door 90 belangstellenden, leden en niet-leden, bezocht. De toegang is gratis.
7. Jaarlijks een excursie naar een voor de Schoonhovense cultuur-historie relevante plaats. Voor 2009 hebben wij het oog laten vallen op het stadje Beaumont in Henegouwen, waar de ‘stichter’ van de oude stad Schoonhoven, Jan van Beaumont, zijn hoofd-residentie had.
8. Regelmatig, bij voorkeur jaarlijks reikt de HVS de ‘Restauratieplaquette van de Stad Schoonhoven’ uit. Inmiddels is dit negen maal gebeurt. In 2009 verwachten wij voor de 10e maal een dergelijke onderscheiding te mogen uitreiken.
9. De HVS is een van de ‘dragers’ bij de toekenning van de Jan van Beaumontprijs, de prijs van de Schoonhovense zilverstad voor historisch werk en onderzoek. Naast het bestuur van het Gilde St.Eloy en de directie van het NGZK-museum adviseert het bestuur van de HVS de Stichting Nationale Zilverdag bij de toekenning van deze onderscheiding.
10. Het Nederlands Goud-, Zilver- en Klokkenmuseum, is niet alleen ‘schatkamer’ van kunst en historie van zilver en goud, maar ook van de geschiedenis van het ‘het keuren’ van goud en zilver in Nederland. Het Nederlands Waarborgmuseum en haar collectie is opgegaan in het NGZKM. Het betreft hier een absoluut unieke verzameling cultuur-historische documentatie, voorwerpen, keuringsinstrumenten en -gereedschappen alsmede een in Nederland unieke studiecollectie op dit gebied.
II. Kleine verbeteringen of correcties.
Voor de goede orde melden wij dat het Historisch Ontmoetings-Punt niet georganiseerd wordt door de HVS, maar het resultaat is van een samenwerking tussen Bibliotheek, Streekarchief Midden-Holland en onze vereniging.
U schrijft: “Schoonhoven en zilver zijn al jaren met elkaar verbonden, etc.” Een zinsnede als “Schoonhoven en zilver zijn al eeuwen met elkaar verbonden” doet echter meer recht aan de cultuur-historie en benadrukt nadrukkelijker de authenticiteit van Schoonhoven als Nationale Zilverstad. Het is geen recent ‘marketing-kunstje’ dat vele andere oude steden met behulp van een bepaald, dikwijls gekunsteld facet van hun stad proberen op te tuigen.
In paragraaf 5.3.2, pagina 14, zou ons inziens onder sub.1 Monumenten, vollediger kunnen en moeten staan, als volgt: “Kenmerkend voor Schoonhoven zijn objecten en structuren
die herinneren aan de middeleeuwse vesting, aan de 16e/17e eeuwse vesting en aan de garnizoenen en het leger en natuurlijk de zilverindustrie.” Met name de toevoeging
‘structuren’ en ‘middeleeuwse vesting’ wijst op een in Holland werkelijk unieke situatie: er is geen stad in Holland waar de middeleeuwse vestingcontour en -structuur (daterend uit de
12e/13e eeuw) nog zo gaaf en compleet aanwezig is als in Schoonhoven.
III. Aanvullingen op de Nota Cultuurbeleid.
1. Met betrekking tot uw bestaande beleid tot het handhaven en versterken van bestaande cultuur-historische ‘structuren’ (5.3.2) willen wij nog het volgende aanvullen. Niet alleen de structuur van de binnenstad en van gebouwen is belangrijk, maar ook structuren die resteren van, of herinneren aan ambachtelijke en industriele bedrijvigheid. Deze structuren vallen eveneens onder de definitie van ‘Industrieel Erfgoed’. In Schoonhoven bijvoorbeeld het voormalig spoorwegstation en omgeving, structuur van alle havens, van de kolensteiger en omgeving, van het Doelenplein, van de Van Schaiklokatie, en dergelijke. Wij adviseren daarom in de alinea “Aanvullende op het monumentenbeleid…” (5.3.2, p.14) een uitbreiding van de definitie van ‘cultuur-historische structuren’, zoals hierboven in cursief gegeven, op te nemen.
2. Het Beeldkwaliteitsplan (pag.14). U vermeldt dat u momenteel werkt aan een nieuwe visie voor de inrichting van de binnenstad en wijst daarbij op het bestaande ‘Beeldkwaliteitplan’ met als voorbeelden ‘reclameborden en paaltjes’. Naast genoemde voorbeelden storen in toenemende mate echter verkeersborden, gemeentelijke aanwijzingsborden (‘op last van de brandweer’), borden van projectontwikkelaars en gemeente (o.m. Springerpark, Oranjeplaats), de beeldkwaliteit. Daarbij gaat het om de hoeveelheid nieuwe borden, grootte, kleurstelling en de plaatsing daarvan in waardevolle zichtlijnen op historische en culturele objecten. Teneinde de cultuur-historische beeldkwaliteit van de toekomst veilig te stellen wij voor de voorbeelden in de alinea over ‘Beeldkwaliteitsplan’ uit te breiden met door ons genoemde voorbeelden alsmede ook de trend ‘gestage toename’ te vermelden. Daarnaast stellen we voor een apart ‘Actieplan’ over ‘Cultuurhistorische beeldkwaliteit’ op te nemen met als ‘Reden’ het ‘Borgen en verbeteren van culturele en cultuur-historische waarde’ en daar nadrukkelijk ook tijdelijke borden bij in te sluiten.
3. De HVS pleit zoals u bekend is, al geruime tijd voor een Cultuurhistorisch Centrum in Schoonhoven. In onze visie zou het NGZK-Museum de basis moeten vormen voor een dergelijk centrum in Schoonhoven. In aanleg is hier immers alles aanwezig dat hiervoor nodig is: locatie, ruimte, authenticiteit, beeldkwaliteit, bereikbaarheid, herkenbaarheid, sympathie bij stakeholders, etc. Wij stellen voor in de De visie (Hst.5) de vorming van een Cultuur-Historisch Centrum op te nemen omdat een dergelijk centrum invulling geeft aan alle punten 1 tot en met 5 die genoemd worden onder ‘Wat doen we ervoor’ (p.9). Daarom stellen we ook voor een Actieplan ‘Cultuur-historisch Centrum’ op te nemen, met als Reden ‘Kunst,
Cultuur en Historie toegankelijke maken voor iedereen’. Als Actieplan stellen wij daarbij voor het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie naar een ‘Cultuur-Historisch Centrum
Schoonhoven’.
4. Het Verdrag van Malta verplicht u een archeologie-beleid te ontwikkelen. Dit beleid is in 2009 gereed, vermeldt u. Na het aantreden van het nieuwe bestuur van onze vereniging is
een samenwerking ontstaan met de bestaande Archeologische Werkgroep Schoonhoven. Zo hebben wij met de werkgroep een aantal pagina’s op onze website over ‘archeologie in
Schoonhoven’ ontwikkeld. Ook hebben wij ‘archeologie’ structureel opgenomen als een jaarlijks onderwerp in onze lezingencyclus, en als een vaste rubriek in De Heraut Schoonhoven. In het kader van deze samenwerking en in het licht van onze eigen verantwoordelijkheid als Historische Vereniging gaan wij er vanuit dat wij door u worden uitgenodigd deel te nemen aan de Archeologie-beleidsontwikkeling in onze stad.
5. Bij uw ‘Actieplan Kunst en Cultuurnetwerk’ (pag. 18) stelt u onder ‘Budget’: ‘geen budget nodig’. Een dergelijk opmerking doet ons op dit moment denken aan voormalig minister Vogelaar en aan het verloop van een stuk Hollandse geschiedenis dat goed gekenschetst wordt met ‘geen geld, geen Zwitsers’. Wij stellen voor het benodigd budget te laten afhangen van uw vragen en opdrachten en van de wensen en plannen van de deelnemers zelf in het beoogde Kunst- en Cultuurnetwerk. De kwaliteit van het resultaat van gevraagd en ongevraagd advies wordt daarmee sterk vergroot. Wij zullen graag participeren in een dergelijk Kunst- en Cultuurnetwerk.
6. In het hoofdstuk ‘Inleiding’ (pag.3) duidt u het begrip ‘cultureel erfgoed’ aan en stelt dit voor als een (eind)punt in een scala van voorzieningen en activiteiten. Wij missen het begrip
‘historie’ dat meer is dan erfgoed. Daardoor mist ook een duiding van de samenhang tussen cultuur en historie en een duiding van het belang om cultuur in samenhang te zien met
‘historie’. Als we ‘erfgoed’ in deze al zien als equivalent voor ‘historie’, dan stellen we voor dit niet als een punt aan te duiden maar als de rode draad die overal doorheen loopt. Als volgt:
“Daartussen ligt een groot scala aan activiteiten en voorzieningen die onder de noemer cultuur vallen. De historie loopt daarbij als het ware als een permanente rode draad doorheen.”
De Nota Cultuurbeleid wint door deze toevoeging die de samenhang tussen cultuur en historie aanduidt, aan zeggingskracht en aan steun en draagvlak.
7. De Concept Nota Cultuurbeleid maakt niet duidelijk in hoeverre aansluiting is gezocht bij de Nota Belvedere van de Rijksoverheid. Hierin wordt bij het overzicht van de meest waardevol geachte steden en gebieden Schoonhoven aangegeven als ‘Cultuurhistorisch belangrijke stad”. De Krimpenerwaard wordt daar aangeduid als ‘Belvedere-gebied’. Bij de doelen wordt ‘het bevorderen van de samenwerking tussen burgers, organisaties en overheden’ genoemd terwijl het samenspel van overheid met het particulier initiatief als noodzakelijke randvoorwaarde wordt aangeduid. Kennisontwikkeling, verbeteren van toegankelijkheid en van de bruikbaarheid van cultuur-historische kennis en informatie en het vergroten van deskundigheid over cultuurhistorische informatie in ruimtelijke vraagstukken, behoort tot de daarin gekozen oplossingsrichtingen. De Nota Belvedere stelt tenslotte voor 2003 en volgende jaren 18 miljoen euro in het vooruitzicht voor ontwikkelingsgericht omgaan met cultuurhistorie. Voor grootschalige investeringen zullen daarnaast structureel middelen worden vrijgemaakt ter verkrijging van kwaliteitsimpulsen, aldus de Nota. In hoeverre heeft u aansluiting gezocht bij het gebodene in deze Nota Belvedere ? Naar ons gevoel moet in uw Nota hierover één en ander worden gezegd
Met vriendelijke groeten,
namens de Historische Vereniging Schoonhoven
Prof. Dr. D.Mentink, voorzitter
S.J.F.M. Veenman, secretaris