Mondelinge toelichting voorzitter Historische Vereniging op ingediende zienswijze ontwerp-Bestemmingsplan Binnenstad 16 mei 2006

Mondelinge toelichting voorzitter Historische Vereniging op ingediende zienswijze ontwerp-Bestemmingsplan Binnenstad, commissie Ruimte 16 mei 2006

Geachte voorzitter,

1. Ernstige kritiek
Op 13 november 2005 hebben wij als Historische Vereniging onze zienswijze betreffende het ontwerp bestemmingsplan ‘Binnenstad’, onderverdeeld in 12 kritiekpunten, bij de raad ingediend. Als u gelezen heeft waar het ons bij die punten om gaat, dan heeft u kunnen concluderen dat de HVS ernstige kritiek heeft op (a) de inhoud van dit plan, (b) de manier waarop belangrijke onderdelen zijn uitgewerkt en (c) de wijze waarop het toenmalige college meende voorbij te kunnen gaan aan het vereiste van een zorgvuldige advisering over de cultuurhistorische aspecten van de ruimtelijke ontwikkeling.

2. Onvoldoende beantwoording 
Het toenmalige college van B en W heeft in de concept-beantwoording van 15 februari 2006 tot onze teleurstelling alle onderwerpen van onze zienswijze ongegrond verklaard.

Dat kan uiteraard gebeuren: het college heeft zijn eigen positie en verantwoordelijkheid. Maar overtuigend is de beantwoording allerminst. Zo hanteert het college nogal eens een formeel argument om een inhoudelijke afweging uit de weg te gaan. Meer dan illustratief is de manier waarop onze punten 11 (over de zinvolheid van een Cultuur Historische Effectrapportage) en 12 (ons advies om een afzonderlijke raadscommissie in te stellen die specifiek gericht is op de beoordeling van de cultuurhistorische aspecten van de ruimtelijke ordening) zijn afgedaan. U moet de beantwoording van het college er nog maar eens op nalezen. Zo’n reactie geef je alleen als je deze cultuurhistorische aspecten politiek niet belangrijk vindt en als je deze aspecten als een storende factor bij je ruimtelijke ontwikkeling ziet.

3. Identiteit van Schoonhoven
Het zou bij deze inspraakmogelijkheid van deze avond te veel tijd vergen de 12 onderwerpen van onze zienswijze en de concept-beantwoording van het toenmalige college van B en W toe te lichten, c.q. te weerleggen.

Namens de Historische Vereniging beperk ik mij tot het geven van een algemene visie op het behoud van de cultuurhistorische waarden van de binnenstad en de nog groene open ruimte grenzend aan de omwalling. Een duidelijk onderscheid tussen de oude omwalling en de open ruimte is van essentieel belang.
Het streven naar behoud en versterking van genoemde waarden is niet een liefhebberij van een kleine groep geïnteresseerden maar wordt zeer breed door de bevolking gedragen. De historische stad vormt het emotionele hart van onze gemeente, waar bewoners en bezoekers graag verblijven, is voorts centrum van cultuur, allerlei activiteiten, feestelijkheden, winkelen en recreatie en is bovendien bepalend voor individualiteit, de identiteit en bijzonderheid van Schoonhoven.

Deze kwaliteiten vertegenwoordigen óók een economisch belang dat naar onze verwachting alleen maar kan toenemen als we erin slagen de zorg voor het bestaande en de kleinschaligheid voor het nieuwe als uitgangspunt te nemen.
Schoonhoven moet zijn unieke kwaliteit – die bepaald wordt door de binnenstad – veilig stellen door het afwijzen van die onderdelen van het bestemmingsplan die nodeloze sloop, grootschalige seriematige nieuwbouw, het dicht bouwen van achtertuinen en de groene open ruimte om de omwalling, zullen veroorzaken.

4. De zgn. witte plekken 
Elf van de kritiekpunten van onze zienswijze hebben betrekking op de gevaren welke ik zojuist heb geschetst Het meest belangrijke punt met het oog op de toekomstige ontwikkeling van de binnenstad is ongetwijfeld de kwestie van de zgn. witte vlekken, dat wil zeggen de gebieden die buiten het ontwerp-bestemmingsplan zijn gehouden. Het zijn de plekken waar grote veranderingen zijn te verwachten en waar de meeste pijn zit. Uit het oogpunt van een deugdelijk bestemmingsplan Binnenstad is dat in wezen een grote tekortkoming. Een bestemmingsplan heeft toch tot doel duidelijkheid en zekerheid te scheppen aan de burgers, vooral al het gaat om gebieden waar cultuurhistorische belangen in het geding zijn?

Advies
Echter, wij hebben er begrip voor dat als er nog onzekerheid is omtrent de invulling van deze gebieden het onverstandig is iets vast te stellen in een bestemmingsplan. Maar om met gebruikmaking van art.19 lid 2 WRO gebaseerd op het globale structuurplan bouwvergunningen te verlenen , waarbij ook de raad formeel buitenspel komt te staan en de inspraak van de bevolking wordt beperkt, is zeer ongepast.

Planvorming in en om de fijnmazige binnenstad vereist grote nauwkeurigheid, gevoel voor de plaatselijke omstandigheden, veel overleg en tijd. De stad heeft er 725 jaar over gedaan de huidige vorm te krijgen, dan mag enige tijd extra geen rol spelen.

Wij kunnen er achteraf begrip voor hebben dat de zgn. witte vlekken in het bestemmingsplan worden gehandhaafd en zelfs uit te breiden te zijn met het Doelenplein e.o. en de Pleinweg/Opweg . Maar dan niet in de zin die er tot nu toe aan werd gegeven. Ons uitgangspunt is het volgen van de Koninklijke weg en niet de sluiproute van de artikel 19 vrijstellingsprocedure .

Op grond van wat tot nu toe is gebeurd is in concreto ons advies aan u het volgende:
1. Wijs alle gebieden in de binnenstad waar in de komende jaren ontwikkelingen zullen plaatsvinden en nog nieuw beleid moet worden gevormd, als zgn. witte plekken aan.

2. Bepaal bij uw vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan ‘Binnenstad’ nadrukkelijk en zonder voorbehoud dat voor die bij naam genoemde gebieden t.z.t afzonderlijke bestemmingsplannen worden ontwikkeld en dat alleen op basis daarvan bouwvergunningen worden verleend.
3. Volg bij de totstandkoming van die afzonderlijke bestemmingsplannen geen defensieve, een op verdeel-en-heers gerichte aanpak, maar volgt bij de planvorming een procedure waarvoor de aanzet is gegeven bij de planvorming voor de woningbouw bij de locatie AZS-terrein , bij welke planvorming belanghebbende organisaties en groepen zo vroegtijdig mogelijk kunnen meedenken. Aan ontwikkelingen zoals bij de Hooijkaas locatie – een brevet van onvermogen van de toenmalige politiek en een schandvlek voor Schoonhoven – heeft niemand behoefte.

4. Tot slot
Ik rond af. Commissie, gemeenteraadsleden, u heeft de sleutel in de hand om de randvoorwaarden te scheppen voor een evenwichtiger ruimtelijk beleid in Schoonhoven. U kunt ervan verzekerd zijn dat de Historische Vereniging u kritisch en constructief blijft volgen, niet uit eigen belang, maar vanuit het algemeen belang van de cultuurhistorische waarden van de binnenstad en het aansluitend buitengebied als het gaat om de identiteit van onze vitale stad.

Ik dank u voor uw aandacht.

Laatst verschenen Nieuwsbrief
Laatst verschenen Scoenhove

Agenda / Lezingen

Categorieën
Archieven