Inspreken D. Mentink, voorzitter Historische Vereniging Schoonhoven, raadsvergadering 27 april 2006 (agendapunt behoud voormalige Willem de Zwijgerschool)
Meneer de voorzitter, geachte raad,
1. Het is u bekend dat we al enige tijd de gemeente Schoonhoven trachten te overtuigen van het belang om zeer voorzichtig om te gaan met gebouwen en huizen in onze stad die niet alleen een belangrijke historisch-culturele waarde hebben, maar bovendien beeldbepalend zijn voor de identiteit van Schoonhoven. Eenmaal afgebroken is altijd weg. Dat dreigt nu voor de voormalige Willem de Zwijgerschool, niet beschermd als gemeentelijk monument.
Stand van zaken
2. Nog pas geleden, bij de laatstgehouden vergadering van de commissie Ruimte op 4 april jl., heb ik op het belang van het behoud van de voormalige Willem de Zwijgerschool gewezen en heb ik de commissieleden op de hoogte gesteld van het feit dat het college nog steeds geen besluit heeft genomen op de aanvraag van het Schoonhovens Genootschap van 28 augustus 2004 om de school (conform art. 3 van de verordening) aan te wijzen als beschermd gemeentelijk monument en voorts dat het Genootschap op 27 maart 2006, op advies mijnerzijds, een bewaarschrift heeft ingediend vanwege het verstrijken van ieder redelijke termijn voor het nemen van een besluit (art. 4:13 jo. art. 6:2 onder b Awb). Ik neem aan dat u als raad via de notulen daar kennis van hebt genomen.
3. De laatste stand van zaken is dat Provesta, als recente eigenaar van het gebouw, een opvallend hoog tempo heeft ingezet door op 13 maart 2006 een sloopvergunning aan te vragen, op 12 april gevolgd door een aanvraag voor het verlenen van een reguliere bouwvergunning eerste fase. Uiteraard heeft de Historische Vereniging het daar juridisch niet bij laten zitten. Op 20 april hebben we ons als derde belanghebbende in de procedure voor de sloopaanvraag gemengd. Volgende week gebeurt dat voor de aanvraag voor de bouwvergunning.
De ‘feiten’ van Provesta ontzenuwd
4. Intussen begint met zich bij Provesta – zoals we deze week in het huis-aan-huis-blad ‘Kontakt’ hebben kunnen lezen – enigszins ongerust te maken. Leek de race met de vorige gemeenteraad en het college al te zijn gelopen en nu, met de eindstreep in zicht, begint de politiek plotsklaps te praten ‘over de verloren schatten van Schoonhoven’ (om formateur Heerens van Gemeente Belang te citeren). Maar nieuw aangetreden college en gemeenteraad, laat u zich door dit verhaal niet intimideren en beïnvloeden. Het is een aaneenschakeling van onjuistheden en vermeende feiten. Ter informatie de volgende drie opmerkingen:
a. Provesta bagatelliseert de historisch-culturele waarde van het gebouw door steun te zoeken bij de kleinzoon van de architect, die ook architect is. Maar wat die kleinzoon, Rokus Visser, in negatieve zin over het gebouw zou hebben gezegd, is volstrekt uit de duim gezogen. Na lezing van dit artikel heeft hij dat onmiddellijk aan mij, als voorzitter van de Historische Vereniging laten weten, En daar heeft hij het niet bij gelaten. Hij heeft u inmiddels een brief gestuurd waarin hij u op die duimzuigerij van de directeur van Provesta wijst. Een fraai staaltje van stemmingmakerij dus.
b. Provesta rekent zich aardig rijk. Een half miljoen schade aan voorbereidingskosten. Ik begrijp het wel. Maar dan voor uw schrik, als de politiek de kant van het behoud van het gebouw zou op willen gaan. Ik heb me namelijk, ter controle, laten informeren door personen die echt verstand van deze materie hebben. Zij komen voor de aanpassing van het voorliggende plan niet verder dan een bedrag in de bandbreedte van ongeveer drie manmaanden of ten hoogste een halve ton.
c. Provesta gaat er kennelijk vanuit dat politiek en recht automatisch in elkaar overlopen en dat politiek niet kan veranderen, zelfs niet in Schoonhoven. U en wij als burgers weten gelukkig beter. Uiteraard is het in het recht zo dat bij belangrijke langlopende projecten een overheid niet zo mag breken of geheel een andere kant op mag gaan. ‘Onbehoorlijk bestuur’ ligt dan al snel op de tong, zoals Provesta suggereert. Maar dat is hier volstrekt niet aan de orde. Niet aan de orde zijn de criteria van het roemruchte St. Bavo-arrest (ArRvS 13 okt. 1979), zoals we juridische studenten al jaren leren. Geen sprake is bij de Oranjeplaats van een vigerend bestemmingplan dat voorziet in de door Provesta verlangde bouw, geen sprake is van een door BenW genomen besluit om mee te werken aan het verlenen van de bouwvergunning met toepassing van artikel 19 lid 2 Wet Ruimelijke Ordening .
Het vorige college heeft wel toegezegd mee te werken aan een project volgens de uitgangspunten
van het Structuurplan 2002. Maar dat was – en dat wist Provesta – slechts een politieke toezegging. En wat zegt dat structuurplan? Op p. 36 lezen we: ‘Door verhuizing komt op korte termijn het huidge schoolgebouw vrij voor nieuwe functies. Het aansluitende seniorencomplex van de Oranjeplaats voldoet niet meer aan de eisen van de tijd. Herstructurering van het gebied biedt mogelijkheden voor diverse functies’. En dat is het. U hoort het goed: géén tekst dat het gebouw gesloopt gaat worden. Goed lezen blijkt soms een moeilijk vak..
Advies
5. Kortom alle ruimte voor de politiek om nog in deze fase tot behoud van de WdZ te beslissen.
Mag ik u een ongevraagd advies geven?
– Ten eerste zou ik BenW willen adviseren om bij de aanvraag voor het verkrijgen van een bouwvergunning gebruik te maken van de artikelen 50, 51 en 56 (a) Woningwet. Op grond hiervan kan deze door BenW te nemen beslissing worden aangehouden hangende de besluitvorming over het nieuwe bestemmingsplan Binnenstad. Dat is niet allen democratischer maar past ook bij de manier waarop de gemeenteraad nu met de inspraak rond het ontwerp-bestemmingsplan omgaat.
– Ten tweede zou ik BenW willen adviseren zeer binnenkort een positief besluit te nemen op de oorspronkelikje aanvraag van het Schoonhovens Genootschap tot aanwijzing van de WdZ als gemeentelijk monument. Provesta kan de kort geleden ingediende aanvraag voor een sloopvergunning natuurlijk intrekken. Maar juridisch bekeken is dat na een positief besluit op de oorspronkelijke aanvraag van het Schoonhovens Genootschap uit 2004 niet meer nodig (Attentie: BenW moeten binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag om sloopvergunning beslissen. Deze beslissing is eenmaal voor ten hoogste 6 weken te verdagen; zie art. 8.1.4 van de Bouwverordening).
Breed draagvlak voor behoud
6. Tenslotte. Voor de politiek is het relevant te weten of het behoud van de WdZ de mensen in Schoonhoven iets zegt. Met name het Schoonhovens Genootschap heeft zich de laatste weken ingezet om door het verzamelen van handtekeningen hier meer over te weten te komen. Want zegt nu zelf, een Historische Vereniging of een bomvolle zaal op 12 december 2005 bij een lezing van de Historische Vereniging over de WdZ door Rokus Visser zegt ook niet alles (al groeien we de laatste maanden als kool). In korte tijd zijn meer dan 1365 handtekeningen in Schoonhoven verzameld. Dat is meer dan een signaal: dit aantal komt overeen met 11,4% van de bevolking, inclusief kinderen. Voor het behoud van het Springerpark destijds verzamelden we destijds circa 900 handtekeningen, en toen lukte het om de politiek de overtuigen.
7. Hoe het zij, onder de huidige handtekeningen bevindt zich een meerderheid van de ouderen die in de circa 30 Oranjeplaatswoningen wonen. Daarbij moet u weten dat we een deel van de bewoners thuis nog niet hebben kunnen bereiken. Aldus een andere werkelijkheid dan voormalig wethouder Huizinga op zijn weblog van 23 januari 2006 suggereerde toen hij ons (Historische Vereniging en Stichting Schoonhovens Genootschap) opriep ons verzet tegen de sloop te staken. Deze wethouderlijke oproep heeft onze strategische alliantie in kwestie echter alleen maar versterkt.
8. Meneer de voorzitter, uw reglement van orde biedt vast en zeker enige ruimte dat ik de heer Van Tilburg mag vragen de verzamelde handtekeningen via u aan de volksvertegenwoordiging van Schoonhoven en het college van BenW te overhandigen.
Ik dank u voor uw aandacht.