Inspreken 15 oktober 2013, Muziektent in Grote Gracht

Inspreken voorzitter Historische Vereniging Schoonhoven tijdens raadscommissie d.d. 15 oktober over realiseren Muziektent in Grote Gracht

Geachte commissieleden,

1. Belang van een Muziektent
Als u de website van onze Vereniging aanklikt, verschijnen er na elkaar en groot in beeld een tiental oude foto’s van historisch markante plekken en bouwwerken in Schoonhoven uit het begin van de vorige eeuw. Veel blijkt er te zijn veranderd. Een van de eerste oude foto’s die de bezoeker van onze website ziet, is die van de al jaar en dag verdwenen Muziektent op de Dam. Deze keuze is niet toevallig, want het verdwijnen van de historische Muziektent uit onze stad wordt al lange tijd binnen onze Vereniging als een gemis ervaren. Tot actie is het niet gekomen, hoewel het niet veel scheelde toen er geruchten waren dat onderdelen van de oude Muziektent zich nog ergens in Gouda moesten bevinden.
Verheugend was dan ook dat enkele jaren geleden met name vanuit de Rotary het voorstel werd gelanceerd om weer in het centrum van Schoonhoven een muziektent te realiseren en dat de gemeenteraad op 25 februari 2010 op voorstel van de VVD besloot daartoe een aanloop-krediet van 10.000,= euro beschikbaar te stellen. Vanzelfsprekend sloot de HVS zich direct bij dit initiatief aan.

2. Keuze van de locatie
Echter in afwijking van het oorspronkelijke voorstel heeft de aanvrager van de omgevingsvergunning voor een andere locatie gekozen: niet die van de Dam of in het centrum, maar die van in de Grote Gracht
Bij die discussie over een andere plek hebben we als HVS een rol gespeeld toen er werd getwijfeld aan de haalbaarheid tot plaatsing op de Dam. In die discussie over andere voorkeursvarianten kwamen locaties naar voren als het Doelenplein, buiten de Veerpoort en bij het Springerpark. De uiteindelijke voorkeur van de aanvrager voor de optie van in het water, als vaste constructie en op de voorgenomen plaats in de Grote Gracht, viel echter buiten het bereik van voor onze Vereniging discutabele realiseringsmogelijkheden gezien het belang dat wij hechten aan het zo min mogelijk verstoren van een beschermd rijksmonument. En dit laatste klemt des te meer als er zich minder ingrijpende alternatieven aandienen. Met andere woorden: het realiseren van een Muziektent: meer dan akkoord. Maar waarom is dan niet gerichter de haalbaarheid onderzocht van andere en uit cultuurhistorisch en monumentaal oogpunt minder ingrijpende opties? En om bij de gekozen locatie van het Springerpark te blijven: thans is daar een traditie aan het ontstaan van het houden van muziekuitvoeringen e.d. Lag het dan niet voor de hand alsnog te onderzoeken of op die plek eventueel een Muziektent is te realiseren, bijvoorbeeld in de lichte variant van een mobiele constructie? Dit ook al omdat in dat geval geen inbreuk zou worden gemaakt op het aanpalende park als rijksmonument (nr. 33543), waarvan de registeromschrijving slechts luidt: de “Tot plantsoen getransformeerde wal langs de Grote Gracht’. Daaronder valt dus niet de parkaanleg van Springer!

3. Het advies van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) over de locatie
Het advies van de RCE over de door de aanvrager gekozen locatie in het water is positief. Opmerkelijk is overigens wel dat de gemeente de RCE niet heeft gevraagd te adviseren met betrekking tot zuidelijke walkant van het park, dus evenzeer over het andere monument (monumentnummer 33543). Ook hier gaat het toch om een voorgenomen wijziging gezien zowel de bevestigingsconstructie van het bruggenhoofd in de wal als het aanbrengen van de noodzakelijke nutsvoorzieningen?

Terug naar het positieve RCE-advies. Geheel onverwacht was dat voor ons niet omdat de beoordeling van de RCE uitsluitend op de voorgenomen locatie betrekking had – dus geen vergelijking met andere mogelijke varianten – en waarbij bovendien de beoordelingsfocus sterk gericht was op ‘het gebruik van het monument’ conform het bepaalde in artikel 2.15 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wab). Daarover kort het volgende. In het advies van de RCE lezen we nadrukkelijk de achterliggende beleidslijn van het herbestemmen van rijksmonumenten door het intensiveren van culturele doelen. In het advies staat het zo: ‘De functie van de nieuwe toevoeging voor kleinschalige muziekuitvoeringen sluit aan bij een van de huidige activiteiten in het aan de Grote Gracht gelegen park’. Daarbij is de RCE van oordeel dat het in het water plaatsen van een Muziektent als bijzondere toevoeging ten behoeve van die activiteiten slechts beperkte visuele en ruimtelijke gevolgen voor het monument heeft.’ Deze positieve waardering was wellicht anders uitgevallen als de parkaanleg van Springer tot het plantsoen onder het beschermde monument had gevallen. En dat is, zoals eerder opmerkt, niet het geval.

Wat valt te concluderen? Het zal u duidelijk zijn dat binnen het strikte beoordelingskader van de RCE het uitgebrachte advies over de locatie alleszins als redelijk is te kwalificeren. Voor de HVS is de argumentatie plausibel. Van andere orde is de politieke vraag in hoeverre de aanvraag accordeert met het in februari 2010 genomen raadsbesluit over de muziektent. En die vraag is alleen door u als Raad(scommissie) te beantwoorden.

4. Het advies van de RCE over het ontwerp van de muziektent

Tot slot nog enkele woorden over wat de RCE in zijn advies over het ontwerp van de muziektent zegt. Het is een opvallende passage in het licht van het bepaalde in artikel 2.1 onder f van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Om het simpel te zeggen: wordt het beschermde monument niet te veel ‘ontsierd’? De RCE laat in lenig taalgebruik weten dat het gekozen ontwerp naar snit van de verdwenen muziektent uit de binnenstad niet zijn keuze zou zijn geweest. Het is geen vorm – en ik citeer – ‘die eigen is voor deze locatie en de aanwezige ruimtelijke en cultuurhistorische karakteristieken’. In het voorstel van het college aan de Raad om een conceptverklaring van geen bedenkingen af te geven, is daar verder niets over te lezen. Ongemotiveerd is alleen de betreffende tekst van de RCE gekopieerd (zie onder Kanttekeningen, paragraaf 1.2). Het advies van de RCE op dit onderdeel blijft dan ook overeind staan en dient in de finale afweging en besluitvorming over de aanvraag alsnog door u als Raad(scommissie) te worden betrokken.

In dank u voor uw aandacht.

Laatst verschenen Nieuwsbrief
Laatst verschenen Scoenhove

Agenda / Lezingen

Categorieën
Archieven