1693 – Weduwen mogen voortaan hun man opvolgen in het gilde en de werkplaats voortzetten. Martijntje Vervoorn, weduwe van Gaston Dulavay komt de eer toe dit voorrecht voor weduwen in Schoonhoven bevochten te hebben

16931693
Weduwen van goud- en zilversmeden krijgen het recht om de werkplaats van hun overleden man voort te zetten, zodat zij en haar kinderen verder in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Voor deze sociale waarborg behoeven zij niet aan het gilde te betalen.Voorwaarde is echter wel dat zij de lasten van het gilde mede blijven dragen en zich aan de gilderegels houden.

De nagelaten weduwen worden zo gezien dus ‘gildezusters’. Martijntje Vervoorn, weduwe van Gaston Dulavay komt de eer toe dit voorrecht voor de weduwen in Schoonhoven bevochten te hebben. Haar strijd met de stads- en gildebestuurders duurde 13 jaar. Tot aan de ‘Waarborgtijd’ in 1810 profiteerden zeker 16 ‘opvolgende weduwen’ van dit privilege. Ondertussen leidt het goud- en zilversmidsgilde in de 17e en 18e een bloeiend bestaan. Het viert jaarlijks het gildefeest op St. Andriesdag, 30 november, bij de installatie van de nieuwe deken en keurmeester onder het nuttigen van wijn, oesters en ’timpjes’.

Laatst verschenen Nieuwsbrief
Laatst verschenen Scoenhove

Agenda / Lezingen

Categorieën
Archieven