1430 – De stad verhuurt de bovenverdieping van haar ‘goudsmidstoren’ voor 10 jaar aan Pieter Weijers en blijft zelf de benedenverdieping gebruiken. Vermeldingen van Weijer Pieter Weijersz de goudsmid en Jacob Jansz -Jan van Brakels kint- de goudsmid van 1430 tot 1470

14301430
Ondanks de teloorgang van het hoogadellijke hofleven in Schoonhoven treffen we ook gedurende de vijftiende eeuw goud- en zilversmeden aan. Er zijn kennelijk klanten genoeg in en om de stad. De stad verhuurt in 1430 de bovenverdieping van haar ‘goudsmidstoren’ voor 10 jaar aan Pieter Wijers. Dat gebeurt voor dertig Beierse guldens, terwijl de begane grond dienst blijft doen ten behoeve van de stad. Pieters zoon en kleinzoon treffen we later die eeuw ook als goudsmid aan, evenals de goudsmid ‘Jacob Janszoon, Jan van Brakels kint’.

In de eerste helft van de veertiende eeuw had Jan van Beaumont het Karmelietenklooster met haar kloosterkerk in het oostelijk stadsdeel gesticht. In het kasteel was een fraaie hofkapel ingericht waar de Karmelieten dagelijks de mis celebreerden. Daarnaast had Jan van Beaumont kennelijk de grote kerk als parochiekerk in het westelijk stadsdeel gesticht. Bij het gasthuis aan de (huidige) Korte Dijk kwam de Gasthuiskerk en net buiten de Kruispoort stond de Kruiskapel. Later, onder de heerschappij van Jan en Guy van Blois, de kleinzonen van Jan van Beaumont, kwamen nog drie andere kloosters in de stad tot stand waaronder het St.Agnesklooster met kloosterkerk, terwijl even buiten de stad het Sint Michiels klooster aan De Hem werd gesticht met een eigen kapel.

Ook bij het Leprozenhuis aan de Opweg buiten de stad stond een kapel. De Commanderij van de Duitsche Orde stichtte een eigen huis in de Koestraat. Het Karmelieten klooster was uitgegroeid tot een belangrijk regionaal religieus opleidingscentrum, terwijl het klooster aan Den Hem in deze tijd het middelpunt vormde voor de beweging der Moderne Devotie in Holland. Deze positie als belangrijk en dynamisch geloofscentrum met vijf kloosters, vier kerken, drie aparte kapellen en een Commanderijhuis, was ontstaan uit het niets sinds de wijding van het Karmelietenklooster omstreeks 1340. Omdat ‘de kerk’ naast adel en elite altijd de belangrijkste klanten van goud- en zilversmeden zijn geweest, moet deze positie betekenis hebben gehad voor Schoonhovense goud- en zilversmeden, al weten we nog niet precies welke. Eén ding is duidelijk: in de tweede helft van de 14e en in de eerste helft van de 15e eeuw heeft Schoonhoven een intens godsdienstig leven.

Laatst verschenen Nieuwsbrief
Laatst verschenen Scoenhove

Agenda / Lezingen

Categorieën
Archieven