Relatie Schoonhoven met de Lek.

Leen Ouweneel; voordracht bij de opening van de eerste Schoonhovense Rivierdag, 20

september 2008.

Voor vele Schoonhovenaren een vanzelfsprekendheid. Aardig wordt dit verwoord in het motto “Een Veertje Pikken” van de zogenaamde beginspraakbijeenkomsten van het project Buiten de Veerpoort. Op die plek komt die relatie namelijk het best tot uiting. Ik kom daar straks nog op terug. Als autochtone binnenstadbewoner, mijn wieg stond op de Tol, en amateurhistoricus heb ik in het hiernavolgende getracht in kort bestek die relatie onder woorden te brengen.

De stad met haar havens ligt aan een flauwe buitenbocht van de rivier, hetgeen van belang is om verzanding van de havenmond tegen de gaan. Dit voorkwam overigens niet dat aan de zuidzijde van de stad in de loop der eeuwen een zekere verlanding heeft plaatsgevonden, waaruit het huidige gebied Buiten de Veerpoort is ontstaan. De functionele relatie van de stad met de rivier is eeuwenlang, zelfs tot na de Tweede Wereldoorlog, hetzelfde gebleven. Dit betreft namelijk de markt- en overslagfunctie van goederen voor zowel de stad zelf als haar achterland. Het kwam erop neer dat grotere binnenvaartschepen de goederen via de Lek aan- en afvoerden en in de havens oversloegen in kleinere schepen. Via Haven en Oude Haven kwamen laatstgenoemde schepen in de Grote gracht en konden via een overtoom naar De Botersloot en vervolgens via de Vlist richting Haastrecht. Verder stond en staat nog steeds de Grote gracht in open verbinding met de Lopikerwetering, destijds ten behoeve van het vervoer over water richting Utrecht. Uiteraard vice versa.

Voor niet historici onder ons de overtoom is niet alleen de naam van een belangrijke straat in Amsterdam, maar had ook daar als functie een hellend vlak waarover kleine schepen gehaald konden worden met behulp van een windas en rollen die men onder het vaartuig legt.

Afgezien van de havens zelf zijn er nog een aantal tastbare herinneringen van respectievelijk de overslag-, vervoers- em marktfunctie aanwezig te weten: Het voormalig Zakkendragershuisje van het betreffende gilde ligt strategisch tussen de Voorhaven en de Scheepmakershaven, die zakkendragers verzorgden onder meer het laad en loswerk van de schepen.

In de Hervormde Kerk vinden we nog een zogenaamd schippersbord, geschonken door het schippersgilde, met daarop het volgende gedichtje: Schippers wilt vromelijck varen met de schepen se sijn cleijn ofte groot Godes loff altijt verclaren dien u beschermpt in stormwint, anxt en noot voert oock des koopmans goet gtrou soot wesen moet Het waaggebouw speelde een belangrijke rol in de marktfunctie, vooral bekend om het wegen van kaas en hennep. Ook hier is sprake van een strategische ligging, boven de Oude Haven, waar kaas en hennep vanuit het achterland werd aangevoerd.

Na de 2e wereldoorlog heeft zich geleidelijk de transformatie voorgedaan van handelshavens naar recreatiehavens. In mijn jonge jaren werden goederen nog per schip aan- en afgevoerd. Als nazaat van een schippersfamilie, mijn grootvader had eerst een zeilboeier en later een klein motorschip voor de zogenaamde beurtvaart van Schoonhoven op Rotterdam, is die herinnering bij mij nog zeer levendig. Het langst werden bulkgoederen nog per schip aangevoerd bijvoorbeeld graan, op de Voorhaven was een graanmaalderij met zo’n zuigslurf over de straat heen naar de schepen, alsmede turf uit Drente met als ligplaats de Noodhaven. De vrachtauto heeft het goederenvervoer van en naar de stad nu volledig overgenomen.

Zo’n transformatie na de 2e wereldoorlog deed zich uiteraard ook voor met betrekking tot het personenvervoer. Tot 1947/1948 vervulden de “Lekboten” van de Stoomboot-Reederij op de Lek, naast vrachtvervoer, het personenvervoer langs de Lek. Aan het aanlegsteiger recht tegenover de Veerpoort meerden zij aan. De concurrentie met vrachtauto en autobus kon evenwel niet volgehouden worden. Ook nu komt de recreatiefunctie weer om de hoek kijken, want de enig overgebleven “Lekboot”, de KAPITEIN KOK, is na de restauratie in 1977 een verhuurschip voor feesten, partijen en presentaties geworden.

De enige eeuwenlange functie die zich niet alleen wist te handhaven, maar alleen maar groei heeft gekend is het Veerbedrijf, van roeiboot tot aan de huidige veerpont met vier rijstroken de “Stad Schoonhoven”. Niet alleen uit de naamgeving blijkt de relatie met de stad. Ook is de gemeente in het bezit van het zogenaamde veerrecht wat zo’n € 70.000,- per jaar in de gemeentelijke schatkist doet vloeien en wat versleuteld zit in uw veerkaartje. Elke keer dat u met de pont overgaat subsidiëert u dus een beetje onze gemeente.

Tot nu toe heb ik alleen maar gesproken over de functionele relaties van de stad met de rivier. Maar dat is niet alles. De relatie van de stad met de rivier is voor haar inwoners ook altijd een emotionele geweest. Dat is echter moeilijker te omschrijven. Ik gebruik daarom een citaat uit een jeugdroman getiteld “In de zilveren Toren”, die speelde aan het eind van de 15e eeuw. De hoofdfiguur een zekere Rogier, gevlucht uit Brugge en de dag ervoor per boeier in Schoonhoven aangekomen, wordt ter kennismaking rondgeleid door de stad en tenslotte door de veerman overgezet naar Gelkenes. Na een eindje over de Lekdijk te hebben gelopen kijkt hij naar de stad en staat een ogenblik roerloos stil, zo wordt hij getroffen door wat hij ziet. Gisteren heeft hij Schoonhoven ook zo gezien, maar toen stond hij veel lager op de boeier en het begon al te schemeren ook. Nu schijnt de zon, wat hoge witte wolken drijven door de lichte blauwe lucht, daar beneden stroomt de rivier, zo ver, tot aan de horizon, met hier en daar wat donkere zeilen; en daar als oprijzend uit het water, het stadje, de poort, de hoge muren en het geboomte en daar tussendoor en daar bovenuit de torens; en alles is zo stil en de lucht is zo tintelend, en hoor…. daar spelen de klokken van het stadhuis, wat tintelende klanken golven aan, een lustig deuntje, dat snel verklinkt en een nog diepere stilte achterlaat. Einde citaat.

De rivier trekt mensen, niet alleen naar de terrassen van Belvédère en Lekzicht, maar ook naar de bankjes bij de pont en het grote grasveld met strandje. Vandaar het immense belang van de overgangszône tussen stad en rivier, oftewel het gebied Buiten de Veerpoort. De komende herinrichting van dit gebied zal dan ook ernstig rekening dienen te houden met de beleving van dit gebied. Concreet betekent dit enerzijds het zorgen voor een goede toegankelijkheid en parkeermogelijkheden, maar anderzijds naast de bestaande voorzieningen het creëren van verkeersluwe gebieden en tegelijkertijd accentueren van de cultuurhistorische waarden, zodat zowel inwoners als toeristen optimaal van dit gebied kunnen genieten. Ik wil hier benadrukken dat de komende uitwerking van het project Buiten de Veerpoort gedragen dient te worden door de Schoonhovense bevolking. Participatie in de planvorming is mogelijk, ik hoop dat velen hiervan gebruik zullen maken Dames en heren, dit is dit mijn verhaal over de relatie tussen stad en rivier in verleden, heden en toekomst. U zult wellicht andere accenten leggen. Wel zal voor een ieder duidelijk zijn dat in die relatie anno 21e eeuw het rivierfront een prominente rol speelt en dat we daarmee zeer zorgvuldig dienen om te gaan. Ik dank u.

Laatst verschenen Nieuwsbrief

Agenda / Lezingen

Categorieën
Archieven